Een groot deel van de Nederlandse en Belgische infra dateert uit de naoorlogse periode. Gedegen kwaliteitscontroles aan deze kunstwerken bleven lange tijd uit. Het gevolg is nu dat er steeds meer zichtbare schade aan betonconstructies boven water komt, terwijl dat eigenlijk al een jaar of twintig geleden geconstateerd had kunnen zijn. Sanacon, een spin-off van het Laboratorium Magnel voor Betononderzoek aan de Universiteit van Gent, spint er garen bij. Hun ambitieuze missie: betonproblemen de wereld uit helpen.
We zijn geen klassiek studiebureau, maar een ingenieursbureau uitsluitend gespecialiseerd in betononderzoek en –advies, begint Tim Soetens van Sanacon. “We gaan daarbij verder dan de klassieke schadediagnose door zowel praktijkgericht als wetenschappelijk onderbouwd advies te verlenen. Als gevolg van de vele berichtgeving rond betonschade die nu bijna dagelijks de kop opsteekt, begint men gelukkig de ernst en noodzaak in te zien van de problematiek rond duurzaamheid van betonconstructies. Onze dienstverlening kan worden samengevat in vier clusters: schadediagnose, structurele analyse, technisch advies en kwaliteitscontrole. Vaak doen we dat in opdracht van beheersmaatschappijen, architecten, studiebureaus en aannemers, maar ook rechtstreeks via bedrijven.”
Gefundeerd advies
In onze werkwijze volgen we eigenlijk een klassiek stappenplan, vervolgt Soetens. “We doen eerst een visuele beoordeling van de constructie, waarna we een eerste inschatting van de ernst en de impact van de schade maken. Vervolgens gaan we monsters nemen op locatie, kernboringen doen, boorstof uitnemen om deze te onderwerpen aan laboproeven. Alle variabelen en parameters worden vergeleken om tot een wetenschappelijk onderbouwd en gefundeerd advies te komen in plaats van het door sommige gebezigde wishfull thinking waarbij de oorzaak van de schade niet wordt aangepakt en de klant na vijf of tien jaar alsnog met de gebakken peren zit. Het tijdig inschakelen van onze expertise kan voor een opdrachtgever leiden tot een heel andere budgettering en renovatiescenario dan aanvankelijk werd gedacht. Mogelijk vergt dat in aanvang een grotere investering, maar het voorkomt veelal grote problemen met vaak maatschappelijk enorme gevolgen achteraf. Die bewustwording komt er gelukkig meer en meer.”
Betonschade kan al jaren latent aanwezig zijn, voordat het zichtbaar wordt. “De tunnels op de ringweg in Brussel zijn daar een typisch voorbeeld van,” zegt Tim. “Wapeningscorrosie als gevolg van dooizouten door opspattend water, chloride-indringing, lekkages van de bovenbouw, CO2-indringing, het is aan de orde van de dag. Het is wachten tot er letterlijk delen naar beneden vallen. Met gedegen berekeningsmodellen en wetenschappelijke onderbouwing kunnen wij een inschatting maken welke problemen bijvoorbeeld binnen tien tot vijftien jaar aan een betonconstructie zullen optreden. Helaas komt men in Brussel 20 à 25 jaar te laat. Gelukkig zijn veel andere infrastructurele projecten nog wel te redden en kunnen er tijdig preventieve maatregelen toegepast worden.”
[cta-header align=”right”]